TIPS VAN KINDEREN/JONGEREN VOOR KINDEREN/JONGEREN

Niemand heeft een handleiding voor wat je moet doen als je ouders uit elkaar gaan. Maar wie het meemaakt, weet vaak als geen ander wat écht helpt.

Deze tips komen van jongeren zoals jij – over wisselen van huis, spanning thuis, nieuwe gezinnen, feestdagen en nog veel meer. Soms klein, soms groot. Misschien herken je jezelf erin. Misschien helpt het net dat tikkeltje om je wat minder alleen te voelen.

Lees hieronder alle tips over wisselen van huis, ruzie en spanning, stiefouders, emoties, rechtbank, … . Wil je graag een buddy? Of zou je zelf graag anderen helpen?

🎒 Wisselen van huis

“Geef jezelf tijd om te wennen aan het heen-en-weer.”

In het begin voelde ik me nergens écht thuis. Maar na een tijdje vond ik een ritme dat werkte voor mij. Ik heb nu op beide plekken mijn eigen dekentje en spullen. Kleine dingen helpen.

“Je hoeft niet alles dubbel te hebben, maar wél wat belangrijk is.”

Mijn oplader, dagboek en een foto heb ik gewoon op twee plekken. Dan hoef ik me daar geen zorgen over te maken.

“Spreek af wat voor jou werkt – ook als dat anders is dan om de week.”

Ik zei uiteindelijk dat ik liever twee weken op één plek ben. Dat bracht meer rust, ook al vonden mijn ouders het spannend.

⚡Ruzie en spanning

“Zeg wat je voelt, ook al is het moeilijk.”

Ik heb ooit geschreeuwd dat ik er gek van werd. Achteraf heb ik rustig uitgelegd waarom. Dat was het moment waarop ze écht begonnen te luisteren.

“Het is niet jouw taak om de vrede te bewaren.”

Lang dacht ik dat ik moest sussen en zorgen dat iedereen het goed had. Nu weet ik: het is niet aan mij om hun ruzies op te lossen.

“Je mag zeggen: ‘Ik wil hier niet tussen zitten.’”

En dat helpt. Niet altijd meteen, maar op den duur gaan ze er meer op letten.

👥 Stiefouders en nieuwe gezinnen

“Geef het tijd. Je hoeft niemand meteen leuk te vinden.”

Toen mijn stiefpapa er ineens was, voelde het vreemd. Pas na maanden kon ik hem echt een beetje verdragen. Nu gaat het oké. En dat is ook al iets.

“Zeg wat je nodig hebt in dat nieuwe gezin.”

Ik heb gevraagd om mijn eigen plek en dat mijn stiefzus niet in mijn kast zit. Kleine dingen, groot verschil.

“Je mag iemand missen en toch graag zijn nieuwe partner zien.”

Dat heb ik geleerd toen ik merkte dat ik me schuldig voelde als ik het fijn had bij papa en zijn nieuwe vriendin.

⚖️ Rechtbank & keuzes

“Vraag wat je rechten zijn – je mag een stem hebben.”

Ik wist eerst niet dat ik iets mocht zeggen. Nu weet ik dat ik wél iets mag vinden over waar ik woon.

“Je mag iets opschrijven als praten te moeilijk is.”

Toen ik mijn mening niet durfde zeggen, heb ik een brief geschreven. Die is meegenomen in het gesprek.

“Je hoeft geen kant te kiezen.”

Soms denken volwassenen dat je ‘voor de ene of de andere’ bent. Maar jij mag allebei graag zien. En dat verandert niks.

🌧 Emoties, school & anderen

“Soms wist ik niet wat ik voelde – en dat was ook oké.”

Ik dacht dat ik boos was, maar eigenlijk was ik verdrietig. Of bang. Het was allemaal door elkaar. Op een dag zei iemand: ‘Je hoeft het niet te snappen, je mag het gewoon voelen.’ Dat hielp.

“Op school deed ik alsof alles oké was.”

Ik lachte en grapte veel, maar in mijn hoofd was het chaos. Eén leerkracht had het door. Ze zei: ‘Je hoeft het niet te verstoppen hoor.’ Sindsdien voelde ik me minder alleen.

“Op school deed ik alsof alles oké was.”

Ik lachte en grapte veel, maar in mijn hoofd was het chaos. Eén leerkracht had het door. Ze zei: ‘Je hoeft het niet te verstoppen hoor.’ Sindsdien voelde ik me minder alleen.

“Ik had niet altijd zin om te praten, en dat is ook een grens.”

Mensen vroegen soms te veel. ‘Hoe is het nu echt?’ Ik heb geleerd dat ik ook mag zeggen: ‘Ik wil het even niet uitleggen.’

“Soms voelde ik me onzichtbaar, alsof ik er niet toe deed.”

Iedereen was bezig met de ruzies, de afspraken, het nieuwe huis… Ik was er wel, maar ik voelde me niet gezien. Tot iemand zei: ‘Wat wil jíj eigenlijk?’ Dat was zo’n belangrijke vraag.

“Je mag hulp vragen, ook al voelt het alsof het ‘niet erg genoeg’ is.”

Ik dacht dat mijn situatie ‘niet zo erg’ was. Maar ik zat wél met een knoop in mijn buik. Toen ik het vertelde aan een leerlingbegeleider, voelde ik me eindelijk gehoord.