ERVARINGSVERHALEN

Soms is het fijn om te lezen dat je niet alleen bent. Hier delen jongeren met gescheiden ouders hun ervaringen – over wat moeilijk was, wat geholpen heeft en wat ze graag eerder hadden geweten.

“Dat constante inpakken en verplaatsen brak me op. Ik wist op den duur niet meer waar ik mijn oplader had gelaten, of waar mijn turnkleren lagen. Maar wat ik het meest vergat, was mijn rust.

Het voelde alsof ik altijd onderweg was, nooit gewoon even thuis. Pas toen ik durfde zeggen dat ik liever twee weken op één plek bleef, begon het beter te gaan. Mijn ouders vonden het spannend, maar ze luisterden.”


“Ik had een schriftje waarin ik dingen opschreef die ik wilde vertellen. Want als ik bij mama was, dacht ik vaak aan iets dat ik tegen papa wilde zeggen. En omgekeerd.

Dat schriftje hielp. Het gaf me grip, en ik vergat minder. En soms, als ik het echt lastig had, schreef ik er gewoon alles in van me af. Dat hoefde niemand te lezen.”


“De overgang was voor mij het lastigst. Niet het huis op zich, maar het moment van vertrek. Mijn vader zei altijd: ‘Kom, hup hup, je weet de weg.’ Maar ik voelde me dan opgejaagd. Alsof het niet erg mocht zijn dat ik weg moest van de ene ouder naar de andere.

Toen ik dat eindelijk heb durven zeggen, snapten ze het wel. Nu is het vertrek rustiger. Een knuffel, een ‘tot snel’. Dat helpt.”

“Ik moest plots ‘de kamer delen’ met de dochter van de nieuwe vriendin van mijn papa. Zij was super aanwezig, en ik voelde me een beetje… weggezet. Alsof ik te gast was in zijn nieuwe leven. Het heeft lang geduurd voor ik dat durfde zeggen. Nu hebben we duidelijke afspraken en mijn eigen plek, dat maakt veel uit.”


“Ik vond mijn stiefpapa wel oké, maar hij bemoeide zich ineens overal mee. Mijn punten, mijn kamer, mijn gsm… Dat was lastig. Ik moest leren zeggen: ‘Jij bent niet mijn papa, maar je mag wel dingen vragen. Niet commanderen.’ Nu is dat beter.”


“Mijn stiefmama deed heel hard haar best, maar ik miste gewoon mijn mama als ik daar was. Dat zei ik nooit, uit schrik dat ik haar ging kwetsen. Tot ik ontdekte dat je iemand kan missen én iemand anders graag kan zien. Dat mocht gewoon naast elkaar bestaan.”

“Soms dacht ik: waarom zijn ze eigenlijk gescheiden als ze nu nog steeds ruzie maken? Ik kon nergens heen zonder dat er spanning was. De enige plek waar ik rust vond, was bij mijn oma.”


“Mijn ouders maken niet echt ruzie, maar ze steken elkaar wél altijd stiekem onderuit. Dat voelt alsof ik moet kiezen. Soms wou ik dat ze gewoon even vriendelijk konden zijn, voor mij. Niet voor elkaar.”


“Eén keer heb ik geroepen: ‘Stop gewoon met praten over elkaar tegen mij!’ Het kwam er bozer uit dan ik bedoelde, maar het werkte. Ze schrokken. En ze proberen het nu minder te doen.”

“Bij mama is het nu veel rustiger. Geen gekibbel meer. We lachen meer, doen vaker leuke dingen. Dat had ik niet verwacht, maar ik geniet ervan.”


“De band met mijn papa is beter dan ooit. We doen nu écht dingen samen, in plaats van gewoon thuis rond te hangen. Alsof hij nu meer moeite doet. En dat voel ik.”


“Vroeger durfde ik nooit te zeggen wat ik voelde. Nu praat ik makkelijker over lastige dingen. Omdat de scheiding me leerde dat eerlijk zijn misschien moeilijk is, maar wel helpt. Zelfs bij vrienden doe ik dat nu meer.”

“Kerstmis is altijd gedoe. Er wordt weken op voorhand gepraat over wie me wanneer krijgt. Ik wou dat ze eens vroegen waar ik zin in had.”


“Soms moet ik in één dag naar drie plekken. Eerste kerstdag ontbijt bij mama, lunch bij papa, avond bij de grootouders van mijn stiefmama. Ik ben dan zó moe. En ik voel me nergens écht aanwezig.”


“Eén jaar had ik pas op 2 januari het gevoel dat ik vakantie had. Omdat er pas toen niets meer moest. Dat was mijn beste vakantie ooit.”

“Ik moest bij de bemiddelaar vertellen bij wie ik wou wonen. Dat voelde alsof ik iemand moest afwijzen. Terwijl ik van allebei hou.”


“Mijn ouders hebben alles geregeld zonder naar de rechtbank te gaan. Daar ben ik blij om. Er werd met mij gepraat, niet over mij. Het ging rustig, en ik voelde me niet in een strijd getrokken.”


“Ik vond het net goed dat de rechter me wél gehoord heeft. Ik was bang dat mijn stem niets zou tellen, maar ik mocht vertellen wat ik zelf wou. En daar is rekening mee gehouden. Dat gaf rust.”


“Ik heb gezegd dat ik niet in die vergaderingen wil zitten met mama, papa en vreemde mensen. Ze respecteren dat nu. Ik mag wel iets opschrijven als ik wil. Dat helpt.”


Wil jij ook je verhaal delen met anderen? Of heb je zelf nood aan een buddy?